Johannes van Bekkum

7 okt. 1876, Wij WILLEM III bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot- Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.

Gelet op Ons besluit van 5 April 1576, No. 18, waarbij een eereteeken is ingesteld ter erkenning van uitstekende daden bij den jongsten watersnood verricht;
Gezien de voordracht van Onzen Minister van Binnenl. Zaken, van 4 October 1876, No. 85, Kabinet;

Hebben goedgevonden en verstaan:
1. Onze goedkeuring en tevredenheid te betuigen aan aller, zoowel ambtelijke als bijzondere personen, die zich, in welke betrekking ook, ter gelegenheid van den jongsten watersnood verdienstelijk gedroegen en het hunne toebrachten, hetzij tot herstel, hetzij tot leniginq; der geleden rampen, hetzij tot voorkoming van meer onheilen; te verleenen:
(…)
d. de bronzen medaille, aan:
(…)
Bekkum, J. van, dijkw. v. d. Lekdijk bovendams;