× 5 januari 1806, Schoonhoven Gezamenlijke kinderen: Marcellus, 1806 | Fredericus Augustinus, 1808 | Adriaan Jacob, 1809 | Otto Braet, 1810 | Adriaan Jacob, 1812 | Adriaan Jacob, 1814 |
Generatie 2 | 2Marcellus Bisdom van Vliet* 25 december 1806, Haastrecht ~ 1 januari 1807, Haastrecht † 30 november 1877, Haastrecht □ 4 december 1877, Haastrecht koopman in hennep en zeildoek te Haastrecht burgemeester, secretaris, en ontvanger van Vliet burgemeester en secretaris van Haastrecht polderschout en poldersecretaris van Haastrecht hoogheemraad en dijkgraaf van de Krimpenerwaard burgemeester van Vlist en Bonrepas houtvester in het 3e jachtdistrict van Zuid-Holland lid Provinciale Staten van Zuid-Holland te Den Haag @ huis F104, Hoogstraat, Haastrecht huis F97 > B51 > B73, Hoogstraat, Haastrecht Vermelde variaties namen: | Voor-/doopnamen: | Roepnaam: | Familienaam: | Marcellius Marcellus | Marcel | Bisdom Bisdom van Vliet |
Details kinderen: | | Geboorte: | Doop: | Naam: | Datum: | Jaar: | Plaats: | Datum: | Jaar: | Plaats: | Paulina Maria (Paulina) | 30 juni | 1840 | Haastrecht | | | |
Bron: | Tekst: | Vindplaats: | Conceptbrief | Aan den Koning. Sire! Geeft met den diepsten eerbied te kennen Marcellus Bisdom, Burgemeester der Gemeente Vliet & Hoog Heemraad van het Kollegie van den Krimpenrewaard, wonende te Haasdrecht, Provincie Zuid Holland. — Dat door het Overlijden van den Heer Jan Christiaan Mulder, onlangs de Posten van Burgemeester en Secretaris der Gemeente Haasdrecht zyn komen te vaceren. — Dat de Supplt. wel zoude inclineren die posten te ambieren en mitsdien de Vryheid neemd, zich tot Uwe Majesteit te wenden, met eerbiedig en nederig Verzoek, dat het Hoogst denzelven goedgunstig behagen mag, hem Suppliant als zoodanig te willen benoemen en hier van te willen doen uitlenen favorable Dispositie. — t Welk doende &c. MB. Haasdrecht 1e. Julij 1831. | Museum Paulina Bisdom van Vliet, Archief van de familie Bisdom van Vliet, inv.nr. 20182 | Nieuwsbericht | INGEZONDEN. Waarom moeten de bewoners van den Fluweelen Singel iederen Donderdag gevaar loopen dat hunne van de school komende kinderen door de meestal hollende boerenkarren overreden worden? Gepasseerden Donderdag kwam weer een van de Markt terugkeerende boerenkar hollend langs genoemden singel, zoodat het rijtuig van den heer Bisdom groot gevaar liep verpletterd te worden. (…) | ‘Goudsche Courant’, 14 mei 1871 | Nieuwsbericht | — De tentoonstelling van honden en pluimgedierte, Dinsdag te Rotterdam, op de plaats der societeit “Harmonie,” gehouden, is goed geslaagd. Onder de bekroonden behoort o. a. de heer M. Bisdom van Vliet te Haastrecht, voor hazewindhonden voor lange jacht, 2de prijs; (…) | ‘Schoonhovensche Courant’, 2 juni 1872 | Nieuwsbericht | Bij de Haagsche Nationale en Internationale tentoonstelling zijn in de afdeeling Tuinbouw de volgende bekroningen toegekend: No. 260. Verzameling Vruchten, wassende op stam, in den boomgaard of aan de schutting; 1ste pr. Bisdom van Vliet, Haastrecht, (…) No. 281. Aardbeziën: (…) 2e pr. Bisdom van Vliet. No. 282. Frambozen: 1e pr. Bisdom van Vliet, (…) No. 284. Eenjarige schorseneeren: (…) 3e pr. Bisdom van Vliet. (…) | ‘Het Nieuws van den Dag’, 24 september 1872 | Nieuwsbericht | * Berg-Ambacht, 12 sept. Heden werd ons dorp bezocht door H. M. de Koningin [Sophia] en [haar oom] Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden. (…) Ten 3 ure begaven zich de vorstelijke personen naar Haastrecht, waar H. M. een bezoek wenschte te brengen aan de boerderijen van den heer M. Bisdom van Vliet, burgemeester aldaar. | ‘Arnhemsche Courant’, 15 september 1874 | Nieuwsbericht | Zaterdag-middag werd ook Haastrecht door H. M. de Koningin [Sophia] en [haar oom] Z. K. H. Prins Frederik op hun terugreis van Berg-Ambacht bezocht. Na de boerderij van den heer Bisdom van Vliet bezichtigd te hebben, vertoefde H. M. eenigen tijd te diens huize. | ‘Schoonhovensche Courant’, 20 september 1874 | Nieuwsbericht | Vijftig-jarig Jubilé VAN DEN EDEL ACHTBAREN HEER M. BISDOM VAN VLIET, Burgemeester van Haastrecht. OP 23 AUGUSTUS 1876. (…) Tevens bood hij hem het geschenk aan, dat de ingezetenen hun Burgemeester als een aandenken wilden vereeren. Het geschenk bestaat uit eene pendule in den vorm van een beker, waarvan het midden blauw porselein is en het bovenste en onderste gedeelte goud verguld. Onder aan den voet bevinden zich twee maagden, die ieder eene medaille vasthouden, waarop gegrift zijn de volgende woorden: Aan den WelEdel Achtb. Heer M. Bisdom Van Vliet, tot herinnering aan zijn Vijftig-jarig Burgemeesterschap, 1826 23 Aug. 1876. Aandenken der ingezetenen van de gemeente Haastrecht, 1826 23 Aug. 1876. Bij deze pendule waren nog twee coupes van denzelfden vorm en gehalte gevoegd. (…) | ‘Schoonhovensche Courant’, 27 augustus 1876 |
Aantekeningen: | Naam: | Zette zijn handtekening meestal als “M:Bisdom” en “MBisdom” (zonder ‘van Vliet’), maar bij de aangifte van het overlijden van zijn stiefkinderen Cornelis (Kees) Ledeboer en Catharina Geertruida (Ka) Ledeboer in 1851 en bij de aangifte van het overlijden van zijn moeder in 1871 tekende hij met “BisdomvanVLiet” | Naam: | In het bevolkingsregister van Haastrecht vermeld met familienaam ‘Bisdom’ (zonder ‘van Vliet’) | Geboorte: | Geboortedatum vermeld bij doop | Doop: | Is op dezelfde datum gedoopt als zijn grootvader en naamgenoot Marcellus Bisdom van Vliet | Huwelijk: | Broer Otto Braet was getuige bij het huwelijk | Kinderen: | Stiefdochter Aegidia Johanna Elisabeth (Gied) trouwde in 1855 met Theodorus Pieter Viruly | Overlijden: | Schoonzoon Johan le Fèvre de Montigny en stiefschoonzoon Theodorus Pieter Viruly deden aangifte van overlijden | Overlijden: | Overleden in huis B73 te Haastrecht (tegenwoordig Hoogstraat 154) | Overlijden: | Volgens rouwbrief overleden “na eene kortstondige ziekte” (Museum Paulina Bisdom van Vliet, Archief van de familie Bisdom van Vliet, inv.nr. 20216) | Uitvaart: | Datum uitvaart vermeld in ‘Schoonhovensche Courant’ van 9 december 1877 | Beroep: | Noemde zichzelf, naast zijn bestuurlijke functies, “Koopman, in hennip & zeildoek” (Museum Paulina Bisdom van Vliet, Archief van de familie Bisdom van Vliet, conceptbrief aan de commandant van de rustende schutterij in het 3e district van Zuid-Holland van 1 januari 1832, inv.nr. 20186) | Beroep: | Werd op 23 augustus 1826 benoemd tot burgemeester en secretaris van Vliet; op 20 oktober 1826 ook tot gemeenteontvanger van Vliet; op 23 oktober 1831 ook tot burgemeester en secretaris van Haastrecht; werd op 6 december 1837 herbenoemd tot burgemeester van Vliet en Haastrecht; de gemeenten Vliet en Haastrecht fuseerden in 1846; werd in 1852 daarnaast benoemd tot burgemeester van Vlist (en Bonrepas); werd op 27 december 1862 herbenoemd tot burgemeester van Haastrecht en Vlist; idem op 24 november 1868 | Beroep: | Was van 1825 tot 1857 hoogheemraad van de Krimpenerwaard; werd op 19 februari 1857 benoemd tot dijkgraaf van de Krimpenerwaard (herbenoemd in die functie op 17 april 1862 en 18 maart 1868); behield die laatste functie tot zijn overlijden in 1877 volgens Kees Schoute, ‘Krimpenerwaard. Dijken, polders en rivieren’ (Krimpen aan den IJssel 1983) 31–32 | Beroep: | Werd in 1846 benoemd tot houtvester in het 3e jachtdistrict van de provincie Zuid-Holland (was tot dat moment adjunct-houtvester) en werd in 1852 uit die functie eervol ontslagen | Beroep: | Werd in 1850 gekozen als lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland (en herkozen in 1853, 1859, 1865, 1871, en 1877) | Woonadres: | Woonde in 1829 in huis F104 aan de Hoogstraat te Haastrecht, inwonend bij moeder (vermeld in volkstelling Haastrecht; op locatie van huidige Hoogstraat 166) | Woonadres: | Woonde in 1839 in huis F97 aan de Hoogstraat te Haastrecht, met echtgenote Maria Elisabeth Knogh en zijn stiefkinderen Ledeboer (vermeld in volkstelling Haastrecht); was dus na zijn huwelijk naar het huis van het gezin Ledeboer–Knogh verhuisd (tegenwoordig Hoogstraat 154) | Woonadres: | Woonde in periode vanaf 1846 in huis B51 te Haastrecht, idem vanaf 1850 en 1860 (vermeld in bevolkingsregister Haastrecht): waarschijnlijk een hernummering van adres ‘huis F97’ uit 1839 | Woonadres: | Adres ‘huis B51’ te Haastrecht werd in periode 1870–1880 hernummerd tot ‘huis B73’ (vermeld in bevolkingsregister Haastrecht) | Woonadres: | Liet tussen 1873 en 1877 het kort daarvoor nog door zijn moeder bewoonde familiehuis (huis B80) aan de Hoogstraat te Haastrecht afbreken en opnieuw opbouwen door aannemer Theodorus Hooft (tegenwoordig Hoogstraat 166, beschermd rijksmonument nr. 19938, ‘Museum Paulina Bisdom van Vliet’); kon gedurende die tijd in zijn eigen woning (huis B73) blijven wonen (zie onderzoek ‘Waar woonde burgemeester Marcellus?’) | Overig: | Werd op 18 november 1856 benoemd tot Ridder in de Orde van de Eikenkroon (vanwege zijn 25-jarig burgemeesterschap van Haastrecht) | Overig: | Werd op 20 augustus 1876 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (vanwege zijn 50-jarig burgemeesterschap) | Overig: | Kreeg op 7 oktober 1876, als dijkgraaf van de Krimpenerwaard, de zilveren medaille “ter erkening van uitstekende daden bij den jongsten watersnood verrigt” (vermeld in ‘Nederlandsche Staats-courant’ van 11 oktober 1876) | Overig: | Had steeds meerdere dienstbodes in huis wonen en van 1850 tot 1853 ook nog gouvernante Elisabeth Esther Krom uit Gouda (vermeld in bevolkingsregister Haastrecht) | Overig: | Deed in 1851 aangifte van het overlijden van zijn stiefkinderen Cornelis (kees) Ledeboer en Catharina Geertruida (Ka) Ledeboer | Overig: | Het portret is een fragment van een authentiek geschilderd portret uit 1861 door Jacob Spoel (Museum Paulina Bisdom van Vliet, Collectie, inv.nr. 2688, te zien in de Kleine Salon van het huis) |
|